Meng in een kom de boter zacht en voeg het griessuiker er aan toe. Meng het ei eronder. Zeef de bloem en kruimel die onder het deeg. Draai het bewerkte deeg in een plastiekfolie en laat opstijven in de koelkast.

Bereid de banketbakkersroom : melk met het opengesneden vanillestokje aan de kook brengen. De eidooiers met de suiker witkloppen en daarna bloem bijvoegen. De kokende melk geleidelijk op de eiermassa gieten; voortdurend met een klopper blijven mengen. Op een zacht vuurtje tot een homogene massa laten koken (2 min.) door voortdurend te roeren met een spatel.

Rol het deeg uit op een dikte van 3 mm. en tot een diameter die iets groter is dan een taartvorm. Wrijf de taartvorm in met weinig boter en leg er het deeg in. Prik er met een vork kleine gaatjes in en bak de taart blind af (met een bakpapier beleggen en vullen met zout, gedroogde bonen,... 20 min. op 170° C.).

Gelei bereiden : water met suiker tot een lichte stroop laten inkoken, enkele druppels citroensap toevoegen. In koud geweekte gelatineblaadjes laten uitlekken en aan het lauwe mengsel toevoegen.

Vul het zanddeeg met afgekoelde banketbakkersroom en beleg decoratief met stukjes versneden fruit. Wrijf het fruit in met gelei, gebruik een verfborstel en werk de taart af met opgeklopte gesuikerde room.