Verwarm de oven voor tot 170 °C.
Kruid de runderwangen aan beide kanten met peper en zout.
Verhit een klont boter in een kookpot en kleur de wangen aan beide kanten.
Snijd de zwoerd van het spek en snijd het spek in repen (lardons).
Pel en snipper de ui en de knoflook. Schil de wortelen en de rapen en snijd ze in stukken. Was de selder en snijd de stelen in grote stukken.
Haal de wangen uit de kookpot en bak het spek in hetzelfde vet.
Doe de ui en knoflook bij het spek en laat even mee stoven. Doe er dan de wortelen, rapen en selder bij en laat de groenten een paar minuten stoven.
Strooi twee eetlepels bloem over de groenten en laat even mee bakken.
Leg de runderwangen weer in de pot en giet er tafelbier bij tot alles onder staat. Voeg er pickles, mosterd, rozemarijn, tijm en laurier aan toe en kruid met peper en een snuifje zout.
Zet een deksel op de pot en laat de stoverij minstens 3 uur garen in de voorverwarmde oven. De wangen moeten bijna uit elkaar vallen als je er met een vork in prikt.
Schil aardappelen en kook ze gaar in lichtgezouten water.
Giet ze af en plet ze met een scheut melk, een klont boter en 2 eierdooiers tot een smeuïge aardappelpuree. Vries de eiwitten in voor later gebruik. Breng op smaak met peper en zout.
Controleer de kruiding van de stoverij en breng eventueel op smaak met wat extra peper en/of zout.
Serveer de gestoofde wangen met veel groenten en een schep aardappelpuree.