Wortelsoep met kip en rijst
Ingrediënten :
Bereiding :
-
Pel de uien en snij ze in grove stukken.
-
Verhit een klont boter in een ruime soepketel op een matig vuur.
-
Stoof de stukken ui in de hete boter.
-
Snij intussen het donkerste loof en het wortelstuk van de prei. Snij de bleke stam overlangs in twee en spoel de groente schoon tussen de compacte bladeren. Spoel ook de stengels bleekselder (zonder loof).
-
Snij de selder en de prei in grove stukken en stoof ze mee in de soepketel.
-
Schil de dikke wortelen met een dunschiller, snij de uiteinden weg en verdeel de groente in brede rondjes. Doe de oranje schijfjes in de soepketel.
-
Voeg naar smaak en keuze wat tomaten toe. Snij grote exemplaren in grove stukken.
-
Pel de look en snij het teentje in stukken. Doe de look in de pot, samen met laurierblaadjes en tijmtakjes.
-
Roer en laat alles enkele minuten stoven.
-
Schenk water in de ketel met groenten en zet het deksel op de pot. Zodra de soep warm is voeg je de kippenbouten toe.
-
Kruid de soep met een snuif zout en wat peper van de molen.
-
Even later voeg je het zakje rijst toe. Hou rekening met de gaartijd van de rijst en haal het zakje met gare rijst tijdig uit de soep.
-
Laat de soep verder koken op een zacht vuur. Na ongeveer een uur pruttelen is ze klaar om afgewerkt te worden.
-
Schep de malse kippenbouten uit de soep en neem de staafmixer erbij. Haal de takjes tijm uit de soep maar mix de laurierblaadjes deze keer mee. (Iets wat Jeroens vader altijd deed.)
-
Giet de soep door een grote (en niet al te fijne) zeef. Gebruik de bolle kant van een kleine pollepel om de pulp aan te drukken, zodat zelfs de laatste druppel smaak in de pot belandt. De droge groentepulp gooi je weg.
-
Proef de soep en beslis of er extra peper of zout nodig is.
-
Pluk het vlees van de kippenbouten. Doe het zorgvuldig zodat er geen fijne botjes in achter blijven.
-
Strooi de pluksels kippenvlees in de ketel soep, samen met de rijst.
-
Roer en serveer.