Schil de pompoen (1/3) en aardappelen(2/3) en snijd ze in gelijke stukken. Kook ze gaar in gezouten water. Laat alles goed verdampen en maak er puree van. Werk af met 1 eidooier, nootmuskaat en peper en zout. Laat de puree afkoelen.

Maak een basissaus : stoof een fijngesneden sjalot aan in boter en blus het met 1 dl Malheur en 2 dl vleesbouillon

Maak van de afgekoelde puree 4 mooie ronde vormen en bestrooi ze met bloem. Bak ze bruin in boter.

Draai rond de zijkant van het vlees een sneetje spek en steek het vast met een prikker. Bak het vlees aan beide zijden mooi bruin volgens bakwijze. Houd het vlees warm, doe de basissaus in de pan en roer de bakresten los. Dik de saus lichtjes met bruine roux.

Maak het witloof schoon, haal de harde kern eruit en snijd het in lange repen (niet te vroeg om verkleuring te vermijden). Bak het witloof kort en krachtig in hete boter. Het witloof moet nog krokant blijven. Strooi er wat suiker over en giet er een scheutje Malheur bij.

Schik alles op een warm bord en giet er saus rond. Versier met wat groen.