Het soezenbeslag

1. Melk met boter, zout en suiker zachtjes tot tegen het kookpunt brengen tot de boter gesmolten is

2. De gezeefde bloem in één keer toevoegen en goed mengen met een spatel.

3. Blijven mengen tot het van de bodem loskomt en een bal vormt.

4. Laat het deeg eventjes afkoelen en roer er stevig 1 ei door. Het ei moet volledig in het deeg opgenomen zijn.

De Aardappelen

1. Kook 500 g aardappelen in gezouten water en maak er puree van met een klontje boter, 1 eidooier, peper en zout en nootmuskaat. (Geen vloeistof)

2. Meng 2/3 aardappelen met 1/3 soezenbeslag en draai er mooie qeunellen van. Laat ze afkoelen op boterpapier.

De Basissaus

1. Maak een basissaus door fijngesneden (ringen) sjalotten aan te stoven in boter. Blus die met rode wijn en 2 dl vleesbouillon. Laat tot de helft inkoken.

De Wortelen

1. Kook de wortelen en 1 aardappel gaar en stamp er puree van. Kruid met peper en zout, tijm en een snuifje suiker. Doe er de erwtjes bij en verwarm het geheel.

Het Struisvogelvlees

1. Bak de struisvogelfilets in hete boter volgens bakwijze. Blus de pan met de basissaus en dik ze eventueel met bruine roux.

De Dauphine-aardappelen

1. Frituur de dauphine-aardappelen in 180°c. tot ze mooi bruin zijn. Bak er niet te veel tegelijk. 

Afwerking

1. Serveer ze met de wortelpuree en de struisvogelfilet. Overgiet met saus.