Maak de melk lauw in een sauspannetje, breek er de verse gist in en roer goed om totdat de gist opgelost is.
Neem een kom en doe er de bloem in. Doe er het zout bij en roer even met je handen door elkaar.
Maak een kuiltje in het midden en doe er de eierdooier in.
Strooi de suiker rondom het kuiltje op de bloem.
Giet de melk bij de bloem in de kom en begin met je handen door elkaar te roeren.
Als de bloem al het vocht heeft opgenomen, voeg je de boter toe en dan : kneden, kneden, kneden…
Laat dan het brood rijzen in een schotel onder een vochtige vaatdoek of onder plastiekfolie tot het volume verdubbeld is. (geef het brood dus de tijd om te rijzen en volg geen tijdsaanduidingen: ergens tussen een half uur en 1 uur.
Duw dan de lucht uit het gerezen deeg en druk plat tot een schijf.
Knijp de rum/water uit de geweekte rozijnen, leg ze in 1 laag over het deeg en druk een beetje aan.
Rol de buitenkant naar binnen op zodat je de rozijnen omsluit met het deeg.
Maak er een ronde bol van en laat rijzen op een ingevette bakplaat of in een ingevette broodvorm (al dan niet de bol ietwat in een cilinder vormen).
Laat opnieuw rijzen totdat het volume verdubbeld is.
Verwarm ondertussen de oven voor op 180 graden.
Zet, als het volume verdubbeld is, het rozijnenbrood in een voorverwarmde oven van 180 graden en bak bruin in 35 tot 45 minuten.