Het Rundsvlees marineren

1. Neem het stuk rundvlees erbij en snij het in reepjes die ongeveer één cm breed zijn. Verzamel ze in een schaaltje.

2. Voeg nu de ingrediënten toe voor de marinade. Begin met een flinke hoeveelheid grof gemalen zwarte peper. Wees niet te zuinig met de pepermolen.

3. Giet er vervolgens de sojasaus, een beetje sesamolie en de honing over. Voeg ook de gemengde specerijen ‘five spice’ toe.

   Dit Chinees kruidenpoeder is samengesteld uit 5 specerijen: kaneel, steranijs, venkelzaad, kruidnagel en szechuanpeper. Je koopt zo’n potje in de supermarkt met een ruim assortiment gedroogde specerijen.

4. Meng de reepjes rund doorheen de verschillende smaken. Laat het vlees nu marineren. Spoel de werkplank schoon, waarop je het rundvlees hebt versneden.

De rijstbereiding met ei en sesam:

1. Pel de ui en versnipper hem in fijne stukjes.

2. Verhit een ruime stoofpot op een matig vuur. Schenk er een beetje olijfolie in en stoof de stukjes ui glazig.

3. Kneus de limoenblaadjes en doe ze in de pot. Roer en laat ze hun intense smaak afgeven.

   Limoenblad is het aromatische blad van de kaffirboom. In Oosterse winkels en grote supermarkten kan je ze gedroogd of diepgevroren kopen. Persoonlijk verkies ik de diepgevroren blaadjes.

4. Giet de rijst in de pot, roer en laat de korrels heel kort meestoven. Voeg aansluitend het water toe, en laat de rijst garen op een zacht vuur. Hou rekening met de kooktijd die op de verpakking vermeld staat.

5. Breek de eieren in een schaaltje. Voeg er een scheut sojasaus aan toe en een beetje sesamolie. Sesamolie is sterk geparfumeerd en geeft je gerecht een ‘geroosterde’ smaak.

6. Kluts de eiermengeling en giet ze over de gare basmatirijst. Roer tot het mengsel stolt.

7. Voeg tenslotte de zwarte sesamzaadjes toe en roer tot je een smeuïge sesamrijst krijgt.

Groenten om te wokken:

1. Neem de tijd om alle groenten fijn te snijden. Verzamel ze op een groot bord of een schaal. Zo kan je straks in alle comfort ‘wokken’.

2. Pel de sjalot. Snij ze eerst overlangs in twee en vervolgens in fijne lange reepjes.

3. Schil het stukje gember. Snij de knol eerst in lucifers, en vervolgens in piepkleine stukjes. Te grote stukken gember zijn te vezelig.

4. Schil de wortelen en snij ze in 2 of 3 gelijke stukken. Snij de stukken wortel eerst in fijne schijfjes en vervolgens in lucifers.

5. Snij het groene loof van de lente-uitjes in fijne ringen. Hou ook de sojascheuten bij de hand.

6. Pel de look en hak de tenen fijn. Plet de look tot pulp.

Afwerking:

1. Zet de wok op een stevig vuur. Laat de grote pan voldoende lang voorverwarmen. Wil je geslaagd wokken, gebruik dan een gloeiend hete pan.

2. Los intussen wat maiszetmeel (maizena) op in een beetje water.

3. Giet een scheut mais- of arachideolie in de hete wok en bak daarin de reepjes gemarineerd rundvlees.
   TIP: Wat is de beste olie om te wokken? Gebruik een olie die neutraal smaakt en hoge temperaturen de baas kan, bv. Mais- of arachideolie.

4. Voeg na een dikke minuut de fijne reepjes wortel toe. Deze groente is eerst aan de beurt, want ze is de taaiste.

5. Schud de inhoud van de wok enkele keren op (of roer) en voeg een minuut later de gember, de sjalot en de look toe. Schenk er het opgeloste maiszetmeel bij, roer en laat de hele inhoud van de wok een paar minuten bakken. Het zetmeel zorgt voor een glazig mals laagje rond al het lekkers dat in de pan ligt én het zorgt voor wat binding.

6. Voeg tenslotte de sojascheuten en de rondjes lente-ui toe en roer. Deze groenten hebben maar heel even warmte nodig. Zo blijven ze knapperig.

7. Serveer het wokgerecht in diepe borden of eetkommen. Begin met enkele lepels van de basmatirijst met sesam en verdeel er het gewokte vlees met groenten over.

8. Scheur korianderblaadjes, strooi de snippers bovenop de bereiding en voeg naar smaak nog een beetje zwart sesamzaad toe.