Verwarm een grote pot water met flink wat zout in. Kook er de lasagne in gaar. Koel ze onmiddellijk af in koud water zodat ze niet kleven.
Kuis de spinazie, spoel ze en smelt ze in een klontje boter kort maar hevig. Vergeet niet te kruiden.
Stoof de fijngesneden sjalot, look en selder aan in weinig boter en blus die met witte wijn en visfumet. Laat tot de helft inkoken. Giet door een fijn vergiet, voeg er de room aan toe en laat weer inkoken of gebruik een roux.
Snijd de zalm met behulp van een trancheermes in dunne plakjes.
Maak nu de lasagne in een bord of schaal : werk met verschillende lagen (spinazie, zalm, lasagne, spinazie,...). Doe er steeds een beetje saus tussen en vergeet niet te kruiden tussen elke laag. Eindig met spinazie of zalm en giet er de rest van de saus over.
Rasp de Parmezaan fijn en meng die met de gruyère. Doe deze over het gerecht en plaats die in een oven van 200° C. na 10 min. is de lasagne klaar.