Maak eerst de aardappelkroketten : schil de aardappelen en kook ze gaar in gezouten water. Maak puree met 1 dooier en een klompje boter (géén vloeistof), kruiden met peper en zout. Spuit met behulp van een spuitzak de kroketten of maak ze met de Millecroquettes. Laat ze afkoelen in de koelkast.

De stukken konijn worden gekruid en mooi bruin gebakken (wees voorzichtig met opspattende boter). Niertjes en lever worden pas aan het einde toegevoegd. Snijd de uien niet te grof en bak ze mee van zodra het vlees bruin is.

Overgiet alles met een bruin zoet bier en voeg daarbij 3 dl vleesbouillon. Samen met een kruidenboeket en peper en zout mag dit 30 tot 45 min. pruttelen. Bind de saus met bruine roux, haal er eerst de stukken vlees uit. Vergeet niet af te smaken.

Schil de appelen en snijd ze in stukken. Samen met het appelsiensap en de suiker laten we die rustig gaar worden. Roer af en toe.

Verdeel de afgekoelde puree in kroketten van 4 cm. En haal die achtereenvolgens door losgeklopt eiwit en paneermeel. Bak de kroketten af In een friteuse van 180° c. (niet te veel tegelijk).

Verdeel de stukken konijn over 4 warme borden. Giet er saus over en geef er kroketten en appelmoes bij.