Laat 3 dl water, kaneel, munt en rietsuiker doorkoken en voeg 300 g in stukjes gesneden rabarber toe.
Laat inkoken tot een dik sausje.
Kook de rest van de stengels (in staven van 4 cm gesneden) gaar en laat ze schrikken.
Kruid de rabarber met olie en prov. Kruiden en grill ze, geef er een warm geitenkaasje en dipsaus bij.